Surround Sound is een weergavetechniek die het geluid driedimensionaal tracht weer te geven.
Surround-soundsystemen beperken zich in essentie tot de volgende technieken:
- Matrix-systemen, zoals Dolby-Surround. Dit zijn systemen die gebruik maken van (meestal) 2 kanalen en daarin door middel van faseverschuivingen richtinginformatie coderen. Het resultaat is matig. De kanaalscheiding beperkt zich tot 3 dB en het is niet mogelijk om geluidsbeelden met natuurlijke faseverschuivingen te coderen. Opnames beperken zich daarom meestal tot pan-potting. Matrix-systemen worden over het algemeen aangeduid met 4-2-4 systemen. Dit betekent dat 4 kanalen worden gecodeerd in 2 kanalen, en weer gedecodeerd in 4 kanalen.
- Discrete systemen, zoals Dolby-AC3 en DTS. Dit zijn systemen die gebruik maken van meerdere aparte kanalen. De resultaten zijn in principe goed omdat een grote kanaalscheiding is gewaarborgd. Live-opnames met natuurlijke faseverschuivingen tussen de kanalen kunnen ook goed worden weergegeven. Discrete systemen worden in het algemeen aangeduid met 4-4-4 of 5-5-5 systemen. Dat wil zeggen het aantal ingangskanalen, opnamekanalen en weergavekanalen is gelijk. Er is geen verlies van kanaalscheiding.
- HRTF-systemen, zoals kunsthoofdstereo en QSound. Dit zijn systemen die pogen het geluidsveld op het gehoorkanaal te reconstrueren zoals dat was ten tijde van de opname. Resultaten kunnen heel overtuigend zijn, maar zijn sterk afhankelijk van de verschillen tussen de opname en weergave-situatie. Het resultaat kan ook van persoon tot persoon verschillen.